Clinic

Interpersoonlijke vaardigheden versterken

Uitdaging en HRO-dimensies. Van droom naar daad kun je op meerdere manieren in de praktijk brengen. We kennen allemaal de gesprekken waarin iemand een lastig gesprek of een moeilijke onderhandeling met iemand anders probeert te omschrijven. Het blijft dan vaak abstract. Waar we meer aan hebben is een verbeelding van een interactie tussen twee mensen. Een verbeelding maakt het ook mogelijk om collega’s uit te nodigen om te laten zien hoe zij het zouden doen.

Samenvatting. De term clinic wordt vooral in de sport gebruikt. Het verwijst naar het gericht oefenen van een bepaalde vaardigheid (soms op een andere plek dan gebruikelijk). De clinic is bedoeld om direct, in het hier en nu, een lastige of diffuse situatie met een aantal mensen kort te analyseren en te oefenen. Het gaat bij dit instrument minder om de woorden (een situatie in woorden proberen te beschrijven) en meer om het praktisch doen (de situatie kort naspelen). Je creëert als het ware een tijdelijke HRO-setting waarin je zonder waardeoordelen een probleem, al doende met je collega’s, kunt onderzoeken en alternatieven kunt proberen. Nota Bene In een onveilige groep kan het riskant zijn deze methode toe te passen.

Voorbeeld. Een stukje uit een dialoog die V zou kunnen laten zien.

V: … en dan loop ik de kamer in en ga tegenover mijn manager zitten. Ik begin zo rustig mogelijk met ‘Beste Piet, ik wil het graag eens over mijn beloning hebben. Ik vind dat ik zo langzamerhand wel opslag verdien. Ben hier …’ Ik kan mijn zin niet eens afmaken. T (Piet dus) zegt namelijk … (Hij stapt over naar de andere stoel).

T: …. Tjonge jonge, je weet hoe druk het is, ik heb hier nu echt geen tijd voor …
V: … Ja, maar, dat zeg je nu al maanden, ik wil weten waar ik aan toe ben ….
T: … aan toe ben, aan toe ben? Vertrouw je me soms niet meer? …
V: … daar gaat het helemaal niet om …

De begeleider, of de vraagsteller (V) zelf breekt de clinic hier af. V maakt duidelijk dat voor zijn gevoel het gesprek hier helemaal vastloopt. Hij heeft het op een andere manier eerder geprobeerd, maar dat liep toen ook vast. Wat moet ik anders doen? In plaats van allerlei vragen te stellen (want er valt wel degelijk meer te zeggen over dit vraagstuk), gaat een van de collega’s het op zijn manier doen. Vraagsteller V gaat op de stoel van T zitten.

V: … Dag Piet, heb je even?
T: … heel even want ik moet zo weg!
V: … Waar kan ik informatie vinden over beoordelingsgesprekken?
T: … Beoordelingsgesprekken, wat bedoel je. Wil je mij gaan beoordelen?
V: … Goede vraag. Daar zou ik bij een 360 graden beoordeling graag aan mee doen. Maar nee, ik wil graag weten hoe in deze organisatie het functioneren van medewerkers besproken of beoordeeld wordt.
T: … Vraag dat maar aan HR …
V: … Hoezo, kun je dan niet even kort zeggen …

De begeleider breekt af. Er komt alweer irritatie in het gesprek. Maar zegt V: ‘Ik vond de entree een stuk beter, niet gelijk gaan claimen maar neutraal een vraag stellen.’ Wie heeft er nog een andere benadering? Na nog een of twee alternatieven wordt afgerond waarbij als vanzelf ook vragen aan de orde komen over de context van dit vraagstuk en de manager. Wellicht moet je dit onderwerp op een geheel andere wijze benaderen.